1 .. 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 .. 64
25
Voor het injecteren moeten de boorgaten droog en vrij zijn van boorafval, stof, water, ijs, olie, vet of andere
verontreinigingen. Ontoereikende reiniging van het boorgat = slechte bevestigingswaarden.
De foliepatroon in de patroonhouder schuiven.
Attentie!
Controleren of de foliepatroon en de patroon-
houder onbeschadigd zijn – vooral nadat ze gevallen zijn! Gevallen patronen, ook wanneer deze reeds in
de patroonhouder zijn aangebracht, kunnen tot storingen leiden. Nooit beschadigde foliepatronen en/of
beschadigde of sterk vervuilde patroonhouders gebruiken.
De Hilti HIT-RE-M mengtuit vast op de foliepatroon draaien.
Bij gebruik van een nieuwe foliepatroon een
nieuwe mengtuit aanbrengen (op een correcte bevestiging letten). De mengtuit onder geen enkele om-
standigheid veranderen. Controleren of het mengstuk in de mengtuit aanwezig is. Uitsluitend de met de
mortel geleverde mengtuit gebruiken.
Foliepatroon met patroonhouder in het HIT-P8000-D pistool plaatsen.
Voorloopmortel weggooien. De voorloopmortel die in het begin uit de mengtuit naar buiten komt, mag
niet voor bevestigingen worden gebruikt.
Daartoe een lege verpakking over de mengtuit schuiven en
vasthouden, om te voorkomen
dat de mortel wegspuit. Een voorloophoeveelheid van circa 65 ml in de
verpakking spuiten en weggooien (komt ongeveer overeen met een mortelcilinder met een diameter
van circa 50 mm en een hoogte van 35 mm). De folie wordt automatisch geopend bij het begin van het
uitdrukken. Indien een nieuwe mengtuit op een reeds geopende foliepatroon wordt aangebracht, dient
de voorloophoeveelheid eveneens – zoals hierboven beschreven – te worden weggegooid. Voor iedere
nieuwe foliepatroon een nieuwe mengtuit gebruiken.
Attentie!
 Nooit de mengtuit verwijderen als het systeem onder druk staat.
Het boorgat zonder luchtbellen vullen met mortel:
Controleer of de toestand van het boorgat na de reiniging is gewijzigd (bijv.: water in het boorgat). Zo ja,
de reiniging overeenkomstig de stappen 2–4 herhalen.
 
Het boorgat vanaf het einde van het boorgat vullen (bij diepe boorgaten een verlengstuk gebruiken).
Volumedosering op het apparaat passend bij de inhoud van het boorgat instellen en tijdens het inspui-
ten het apparaat langzaam uit het boorgat trekken. Het boorgat tot circa 2/3 vullen.
•  
Vullen van het boorgat met injecteringsplug: Geadviseerd voor boorgatdiepten > 250 mm. Het loodrecht
verticaal naar boven vullen van boorgaten (boven het hoofd) is uitsluitend mogelijk m.b.v. de Hilti HIT-SZ
injecteringsplug.
 
 
De HIT-RE-M mengtuit, verlengstuk(ken) en passende HIT-SZ injecteringsplug samenvoegen.
De
injecteringsplug tot het einde van het boorgat aanbrengen en de mortel zoals hierboven beschreven
injecteren. Tijdens het vullen wordt de injecteringsplug door de druk van de ingespoten mortel auto-
matisch uit het boorgat gedrukt.
Het bevestigingselement (betonijzer/deuvel) in het boorgat aanbrengen. De verankeringsdiepte „h ef“
op
het bevestigingselement markeren en tot de markering aanbrengen. Erop letten, dat het bevestigingsele-
ment droog en vrij van olie of andere verontreinigingen is.
Na het aanbrengen van het bevestigingselement
dient de ringspleet volledig met mortel te zijn gevuld.
 
  
 
  
 
en
de
fr
it
nl
pt
nl
el
tk
zh
ko
ar
ms
vn
th
Printed: 30.07.2015 | Doc-Nr: PUB / 5241340 / 000 / 00